Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Toen zond de koning Zedekia henen, en [28]liet den profeet Jeremia tot zich halen, in den [29]derden ingang, die aan des HEEREN huis was; en de koning zeide tot Jeremia: Ik zal u [30]een ding vragen, verheel geen ding voor mij. 28. Hebreeuws, nam tot zich; gelijk boven hfdst.37 vs.17. 29. Of, vorstelijksten, voornaamsten. Dit kan men verstaan van de galerij, door welke de koning opging in des HEEREN huis; zie 1 Kon.10:5, met de aantekening. 30. Of, naar het woord vragen: te weten des HEEREN; zie Ezech.3:17, en Ezech.33:7, en boven hfdst.37 vs.17.